Herstructurering van Nederlandse vennootschappen (deel 3): surseance van betaling: voorportaal van een faillissement?

In de reeks over de belangrijkste herstructureringsmogelijkheden voor Nederlandse vennootschappen bij (dreigende) financiële problemen staat Heleen Wessel-Krijger dit keer stil bij de surseance van betaling: vaak het voorportaal van een faillissement, maar bedoeld om vennootschappen in tijdelijke betalingsproblemen bescherming te bieden tegen schuldeisers. Eerder besprak zij de buitengerechtelijke route met individuele afspraken en het vrijwillig crediteurenakkoord (deel 1 van de reeks) en het ‘jongste’ wettelijke herstructureringsinstrument: de WHOA (deel 2 van de reeks). In deze blog gaat zij in op de procedure, de belangrijkste rechtsgevolgen, de lijn in de jurisprudentie en praktische aandachtspunten voor bestuurders en aandeelhouders.

#faillissement
#herstructurering
#WHOA

Datum:  19 december 2025

Gewijzigd  19 december 2025

Geschreven door:  Heleen Wessel-Krijger

Leestijd:  +/- 4 minuten

Surseance van betaling: een introductie

Surseance van betaling is een wettelijk herstructureringsinstrument uit de Faillissementswet (artikelen 214 e.v. Fw) dat Nederlandse bv’s in (tijdelijke) betalingsproblemen bescherming kan bieden tegen druk van schuldeisers. Het doel is om levensvatbare ondernemingen een adempauze te geven om orde op zaken te stellen en een faillissement zo mogelijk te voorkomen.

Procedure en rechtsgevolgen

Wanneer kan surseance worden aangevraagd?

Een BV kan surseance van betaling aanvragen bij de rechtbank wanneer zij voorziet dat zij haar opeisbare schulden niet (langer) kan voldoen, maar er wel een reëel perspectief bestaat om op termijn weer aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Het gaat dus om liquiditeitsproblemen, niet om een onderneming die economisch “uitgereden” is.

De surseance wordt op verzoek van de vennootschap uitgesproken; schuldeisers kunnen zelf géén surseance aanvragen. In de praktijk verleent de rechtbank veelal eerst voorlopige surseance. Na een nadere beoordeling – onder meer aan de hand van de stand van de schulden en een herstel- of akkoordvoorstel – kan deze worden omgezet in definitieve surseance of worden beëindigd.

Belangrijkste gevolgen voor de onderneming en schuldeisers

Na toekenning van surseance treden onder meer de volgende gevolgen in werking:

Opschorting van verhaal en executie

Schuldeisers van concurrente (handels)schulden kunnen in beginsel geen executiemaatregelen meer nemen en geen verhaal halen op het vermogen van de vennootschap. Lopende beslagen kunnen hun werking verliezen of worden opgeschort.

De onderneming draait door, maar onder toezicht

De onderneming blijft haar activiteiten voortzetten, maar niet volledig autonoom. De rechtbank benoemt één of meer bewindvoerders die samen met het bestuur het beheer over het vermogen uitoefenen. In de praktijk geldt vaak een vorm van gezamenlijke bevoegdheid (dubbele handtekening) voor belangrijke rechtshandelingen.

Beperkte werking ten aanzien van zekerhedengerechtigden en preferente schuldeisers

Surseance werkt primair ten opzichte van concurrente schuldeisers. Zekerhedengerechtigden (waaronder pand- en hypotheekhouders) en preferente schuldeisers (zoals de Belastingdienst en werknemers) behouden in belangrijke mate hun rechten en kunnen onder omstandigheden toch verhaal nemen. Dat beperkt de “rust” die surseance in sommige gevallen daadwerkelijk kan bieden.

Gedurende de surseance kan de onderneming proberen tot een akkoord met schuldeisers te komen, bijvoorbeeld door een gedeeltelijke betaling, uitstel van betaling (looptijdverlenging) of een combinatie daarvan aan te bieden. Lukt het om een voldoende brede groep schuldeisers mee te krijgen, dan kan definitieve surseance worden verleend en kan de onderneming – al dan niet na herfinanciering of desinvesteringen – voort.

Blijkt daarentegen dat de onderneming structureel insolvent is en dat herstel niet (meer) realistisch is, dan ligt omzetting in faillissement voor de hand. Surseance is nadrukkelijk geen eindstation, maar een tijdelijk vangnet.

Jurisprudentie: tijdelijk vangnet, geen uitstel van executie bij uitzichtloze insolventie

De rechtspraak is terughoudend bij het toekennen én laten voortduren van surseance van betaling wanneer sprake is van structurele insolventie zonder reëel perspectief op herstel.

De Hoge Raad heeft in het arrest van 12 augustus 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AT7799) bevestigd dat surseance bedoeld is voor ondernemingen met tijdelijke liquiditeitsproblemen en niet voor ondernemingen die uitzichtloos insolvent zijn. Dat betekent dat de rechtbank bij de beoordeling van het verzoek (en bij voortduring van de surseance) steeds zal toetsen:

Is dat niet het geval, dan zal de rechtbank surseance weigeren, intrekken of omzetten in een faillissement. Surseance is dus niet bedoeld als instrument om onvermijdelijke afwikkeling slechts uit te stellen.

Praktische aandachtspunten voor bestuurders en aandeelhouders

Surseance van betaling is met name geschikt voor ondernemingen die 1) tijdelijk in liquiditeitsproblemen verkeren (bijvoorbeeld door het wegvallen van een grote klant, een eenmalige tegenvaller of een herfinancieringskloof); én 2) operationeel en strategisch nog levensvatbaar zijn, mits zij tijd en rust krijgen om hun balans en schuldpositie te herstructureren.

Enkele praktische tips:

Bereid het verzoek zorgvuldig voor

Zorg voor actuele financiële cijfers, liquiditeitsprognoses en scenario-analyses. Een verzoek zonder concreet herstelplan heeft weinig kans van slagen.

Werk een realistisch herstel- en akkoordvoorstel uit

Denk na over welke schulden kunnen worden gesaneerd, welke zekerheden eventueel kunnen worden heronderhandeld en of er (bestaande of nieuwe) financiers bereid zijn om de onderneming te blijven ondersteunen.

Communiceer transparant met kerncrediteuren en stakeholders

Informeer belangrijke crediteuren (zoals banken, strategische leveranciers en de Belastingdienst) tijdig over de voorgenomen stap en betrek hen bij de contouren van het akkoord. Dat vergroot de kans op draagvlak en vermindert het risico op verzet.

Onderken de rol en positie van de bewindvoerder

De bewindvoerder is geen “tegenpartij”, maar een door de rechtbank benoemde professional die toezicht houdt op het bestuur en mede bewaakt dat crediteurenbelangen zorgvuldig worden meegewogen. Een open en constructieve samenwerking is in het belang van de onderneming.

Schakel tijdig gespecialiseerde adviseurs in

Juridische en financieel-bedrijfskundige begeleiding is essentieel om te bepalen of surseance überhaupt het juiste instrument is (of dat bijvoorbeeld een WHOA-traject of een buitengerechtelijke oplossing passender is), en om het traject strak te plannen en uit te voeren.

Conclusie

Surseance van betaling kan een krachtig – maar ook ingrijpend en niet risicoloos – instrument zijn om tijdelijke financiële problemen het hoofd te bieden en een faillissement te voorkomen. Het biedt ondernemingen een juridische adempauze om te werken aan een akkoord met schuldeisers, mits er een realistisch perspectief is op herstel.


Voor bestuurders en aandeelhouders betekent dit dat:

doorslaggevend zijn voor een succesvolle uitkomst.

Twijfelt u of surseance van betaling in uw situatie een passende route is, of wilt u de voor- en nadelen ten opzichte van andere herstructureringsopties (zoals de WHOA of een buitengerechtelijk akkoord) in kaart laten brengen? Neem dan vrijblijvend contact op met Heleen.

Houd onze website en LinkedIn-pagina in de gaten voor het vervolg (deel 4) van deze blogreeks!


Blijf scherp

Heeft u vragen over dit instrument of de opties voor uw onderneming? Of wilt u sparren over uw situatie? Neem gerust contact op met Heleen of onze andere specialisten.

Contact

Meer over dit onderwerp: